Den Haag – Twee zware blessures wierpen handballer Pepijn Michielsen ver terug, maar inmiddels kan hij zich weer uitleven bij zijn club Hellas in de eredivisie.
Pepijn Michielsen was lange tijd een goudhaantje. De 21-jarige opbouwspeler behoorde tot de grootste talenten van Nederland. Hij beschikte over inzicht, een geweldig schot en een fenomenale afspeeltechniek. Hij kwam in aanmerking voor vertegenwoordigende teams en de topclubs stonden voor hem in de rij. Totdat hij vorig jaar getroffen werd door twee ernstige blessures.
Die momenten staan bij Michielsen in zijn geheugen gegrift. ,,Ik brak eerst mijn kuitbeen en toen het gebeurde, wist ik meteen: foute boel. Het was alleen afwachten hoe ernstig het was. De breuk bleek niet fraai, maar mijn kuitbeen stond nog op elkaar. Een operatie was niet direct nodig, maar de revalidatie duurde toch een half jaar.”
BALVAARDIG
De balvaardige handballer had zich waargemaakt en kon naar andere clubs. ,,Zelfs met die blessure. Toch heb ik gekozen voor zekerheid bij Hellas. De medische begeleiding van de fysiotherapeuten Jeroen Coster en Maarten Barendrecht is daar perfect. Mijn vrienden zitten bij Hellas en die zouden me er wel doorheen slepen.”
Juist op het moment, dat Michielsen dacht aan een rentree volgde een terugslag. ,,Ik kreeg weer last van mijn been, waardoor ik opnieuw aan de kant moest blijven. Met wat aanpassingen in het trainingsschema dacht ik op tijd klaar te zijn voor de rest van de competitie. Totdat ik weer na een val tijdens de wedstrijd een ernstige blessure opliep. Nu was het mijn knie. De artsen dachten dat mijn kruisbanden kapot waren en nog veel meer binnenin die knie. Na een paar weken onzekerheid wees een mri-scan uit dat er drie zware botkneuzingen zaten. Ik mocht blij zijn, dat ik geen botten had gebroken, luidde de diagnose.”
Opnieuw volgde een lang traject van hersteloefeningen. De ambitieuze sportman wilde niet opgeven. Hij moest ondanks alle opofferingen terugkomen op het hoogste niveau. ,,Dat viel niet mee. Veel spelers komen na die blessures vaak niet meer terug op hun oude niveau. Daar was ik ook bang voor. Toch had ik steeds die drang om te bewijzen dat het wél kon lukken. Het moeilijkste was nog om naar de sporthal te gaan. Ik zag mijn ploegmaten lekker trainen en wedstrijden spelen. Ik was er altijd bij, maar toch ben je geen onderdeel van het team.”
DOORKNOKKEN
De twee zware blessures hakten er flink in bij Pepijn Michielsen. Toch bleef hij doorknokken, hield de moed erin en had maar één doel voor ogen: met Hellas op het hoogste niveau (eredivisie) zijn favoriete sport beoefenen. In de eerste thuiswedstrijd was het eindelijk zover. Na maanden keihard trainen, pijn lijden en nooit opgeven kon Michielsen zijn kunsten weer vertonen. Direct stal hij de show met flitsende schoten en weergaloze afspeelballen.
,,Dat was zo’n lekker gevoel. Fit zijn, pijnvrij spelen en dan ook nog van waarde zijn voor het team. Ik was zó ontzettend opgelucht. Achteraf besefte ik, dat al die inspanningen niet voor niks zijn geweest en dat het doorzetten meer dan de moeite waard was.”
DEN HAAG CENTRAAL/PETER LOTMAN