Niek Wissink (80) is een wandelende handbalencyclopedie
Noem een functie bij Hellas en Niek Wissink heeft hem vervuld. Bedenk een onderscheiding in de sport en Niek Wissink heeft hem gekregen. Een portret van de 80-jarige vrijwilliger die al bijna zeventig jaar lid is van de Haagse handbalclub.
PETER LOTMAN
Heel handballend Nederland kent de altijd in rap tempo pratende Niek Wissink. Scheidsrechters, coaches en spelers zien hem altijd in de weer bij Hellas. Dag en nacht. Sommigen denken zelfs dat hij er ook slaapt. Bij de thuiswedstrijden van de Haagse club op zaterdag en zondag is hij steevast achter de wedstrijdtafel te vinden.
Wissink begon destijds, zoals zoveel oud-handballers, met het traditionele elfhandbal op het veld. Samen met zijn broers Jan en Henk en zwager Kees Wittekoek maakte hij deel uit van een team dat in die jaren aan de top stond van het vaderlandse handbal. ,,Er zat toen een terreinknecht in het hokje bij de ingang aan de Laan van Poot. Daar kon je penningen kopen om te douchen. Was hij naar huis, dan had je pech. Later werd het luxueus, want dan kon je met dubbeltjes douchetijd kopen”, vertelt Wissink.
Zijn mooiste herinnering uit de jeugd was in 1961 het Nederlands kampioenschap bij de junioren. ,,In het stadion van FC Den Bosch werden we eerste, maar het was helaas een officieuze titel. Pas in 1964 werd het op het veld officieel.”
Wissink maakte de overstap naar het eerste seniorenteam en speelde samen met grootheden als Jan Alma, Steef Wittekoek, Jan Walker, Puck Vrancken, John Zuidema en Dolf Rutjes. Hellas behoorde in de jaren 60 tot de top van Nederland. ,,Op een bepaald moment moesten we kiezen voor de zaal of het veld. Hoewel we geweldig elfhandbal speelden, zei trainer Jan Alma toch dat we het beste konden overstappen naar het zevenhandbal in de zaal. Hij zei: ‘Zwemmers trainen ook elke dag’. Ja, antwoordde ik, dat is logisch anders verdrinken ze. Zelfs Jan kon daar wel om lachen”, herinnert Wissink zich.
Na zijn actieve loopbaan als speler werd de gymnastiekleraar trainer bij de jeugd en vervolgens bij alle denkbare teams binnen Hellas. ,,We werden in 1980 kampioen van Nederland met de A-jeugd. Mijn mooiste prijs. En ook met de Haagse jeugdselectie pakten we de nationale titel. Met topspelers als Patrick en Robin van Olphen, Maarten Barendrecht, Leo Nieberg en Bonno Hankel”, vertelt Wissink.
Met zijn geheugen is sowieso niets mis. Hij staat alom bekend als de wandelende handbalencyclopedie. Noem een wedstrijd en hij weet precies de datum, de uitslag en wie er scoorden.
Niek Wissink deed alles voor ‘zijn’ club. Hij heeft de Grote Clubactie opgezet, zat in de jeugdcommissie, organiseerde schooltoernooien en interlands in de hal van Hellas, was bondsscheidsrechter en promoveerde met de herenselectie twee keer naar de eredivisie. ,,En dan vergeet ik vast nog een paar functies”, zegt de duizendpoot terwijl hij zijn bezigheden bij de club opsomt.
Geen wonder dat Niek Wissink voor al zijn verdiensten regelmatig werd onderscheiden. Lid van Verdienste én Erelid van Hellas. De Goudvink van Den Haag. Vrijwilliger van het Jaar bij de handbalbond. Een banner in de sporthal. En sinds kort ook nog een eigen wedstrijdtafel met zijn naam erop. ,,Ik zou de sfeer op de club niet kunnen missen. Het is mijn leven. Of vrij naar de schrijver Louis Couperus: Zo ik iets ben, ben ik een Helleen!”
Duizendpoot Niek Wissink achter de wedstrijdtafel die naar hem is vernoemd. Foto Patrick Dolkens.