Den Haag – De handbalsters van Hellas werden onlangs nog afgedroogd door regerend landskampioen MizuWaAi/Dalfsen in de halve finale van de beker. In de thuiswedstrijd van de nacompetitie hield de ploeg van trainer/coach Erik van der Wel echter knap stand. Voor de 32-37 nederlaag hoefden de Haagse dames zich niet te schamen.
Voor Hellas, dat dit seizoen geteisterd werd door blessures en door het plotselinge vertrek van spelbepaalster Sarah van Gulik, is de goede prestatie tegen titelkandidaat Dalfsen een mooie opsteker voor de streekderby zaterdag tegen rivaal Quintus. Ondanks al die tegenslagen hebben Van der Wel en zijn vrouwen zich dit seizoen toch behoorlijk kunnen manifesteren.
,,Ik ben dan ook niet ontevreden over de prestaties, maar soms hadden we toch het idee dat er meer in zat,” vond de altijd naar verbetering strevende Haagse oefenmeester. ,,Het was vaak nog te wisselvallig. Goede momenten werden nog te veel afgewisseld met zwakke periodes. Tegen de mindere ploegen is dat niet fataal, maar tegen de topploegen kost dat je de wedstrijd.”
Ook tegen Dalfsen liet Hellas regelmatig prima handbal zien. De eerste helft ging gelijk op tot de bezoeksters een 7-9 voorsprong namen. Maar binnen enkele minuten had de thuisclub die stand weer omgebogen naar een 10-9 voorsprong met goede aanvalscombinaties. Bij 17-14 leek Hellas zelfs met een comfortabele stand te kunnen gaan rusten. Toch lukte het de formatie van trainer/coach Peter Portengen halverwege weer op gelijke hoogte te komen: 17-17.
De gelijke stand beloofde veel spanning voor het tweede half uur. Die kwam er ook gedurende vrijwel de hele tweede helft. Met nog acht minuten op de klok was het 28-29 en een sensatie hing in de lucht. Hellascoach Van der Wel nam een time-out en wilden dat zijn speelsters meer risico zouden nemen voor de winst. Dat pakte niet goed uit, want door balverlies en geforceerde schoten kon Dalfsen de voorsprong uitbouwen naar de uiteindelijk nog geflatteerde 32-37 eindstand.
AD HAAGSCHE COURANT/Peter Lotman