In het verleden stond de derby tussen de handballers van Hellas en Hercules in de eredivisie altijd garant voor spanning en sensatie. Daarvan was dit keer geen sprake. Beide teams misten bepalende spelers en dat was van invloed op het kijkspel. Bij Hellas heerste vooraf nog de twijfel of het niet beter was om te verliezen om in een gunstiger poule te komen voor de nacompetitie. De ploeg van coach Voskuil deed echter zijn sportieve plicht en ging toch voor de winst. Een achterstand van vier doelpunten (9-13 bij de rust) werd na het wisselen omgebogen naar 15-14. Het jeugdige Hercules van coach Jorna maakte in het begin van de tweede helft maar twee doelpunten in twintig minuten en dat bleek fataal.
POVERE DERBY ONDERSTREEPT NOODZAAK VAN ÉÉN HAAGS TOPTEAM MAAR DRAAGVLAK ONTBREEKT
EEN SAMENWERKING OF NIET?
Den Haag – De handbalderby tussen Hellas en Hercules bracht geen spektakel. De thuisclub won moeizaam met 21-19. De gedachte één Haags topteam te formeren, was weer actueel. Betrokkenen geven hun mening over de noodzakelijkheid én de haalbaarheid.
GIOVANNI VOSKUIL (TRAINER/COACH HELLAS)
,,Samenwerking is noodzakelijk om binnen een paar jaar de stap te zetten naar de BENE-League. Beide clubs kunnen blijven bestaan, maar vorm één mannenteam en misschien één vrouwenteam onder de naam STORK(S), verwijzend naar de ooievaar. WHC en EHC kunnen een optie zijn om mee te doen. Het wordt makkelijker gezamenlijk sponsors binnen te halen en meer steun te krijgen van de gemeente. Op het gebied van de jeugd is samenwerking van groot belang. STORK moet de concurrentie aangaan met Quintus, Aalsmeer en HARO in onze regio. Hellas is op de goede weg, maar de top halen lukt niet met alleen spelers uit de eigen club. Er moet aanvulling komen en dan ook spelers terughalen van Aalsmeer en Quintus.”
JELLE JORNA (TRAINER/COACH HERCULES)
,,Er wordt veel te makkelijk en zonder duidelijk plan over een Haags topteam en samenwerking gesproken. Alsof dat zomaar de oplossing is. Er moet eerst veel aandacht worden gegeven aan de huidige problemen met een duidelijk analyse waarom voor die problemen samenwerking een oplossing zou zijn. In zo’n plan moeten duidelijk de voor- en nadelen van een vergaande samenwerking en de vorming van één topteam benoemd worden. Ik heb nog niet eerder zo’n plan voorbij zien komen. Samenwerking met trainingen en jeugdteams kan wel op korte termijn. Maar verder samengaan zie ik niet gebeuren. Daarnaast vind ik de derby’s ook meestal boeiend en die trekken veel publiek. Dat werkt juist stimulerend voor de clubs onderling.”
JORIK LOMMEN (SPELBEPALER HERCULES; SPEELDE OOK VOOR HELLAS)
,,Er zijn veel redenen om de krachten te bundelen, maar net zo veel argumenten om het niet te doen. Daarom blijft het zo’n moeilijk vraagstuk. Het grootste bezwaar is de clubcultuur. Hellas en Hercules en ook WHC hebben elk een specifieke verenigingscultuur. De club wordt bij elkaar gehouden door leden die van die club houden. Bovendien is er onderling veel rivaliteit. Er zijn ook veel overeenkomsten. De speelstijl is redelijk hetzelfde en de visie van de clubs komt overeen, namelijk dat topsport en breedtesport allebei belangrijk zijn. De ontwikkeling van de jeugd staat hoog in het vaandel. Als we in Den Haag ooit een rol van betekenis willen spelen op het hoogste niveau, moet er samengewerkt worden. De clubs kunnen hun eigen identiteit behouden. De opening van het Topsport Centrum in het Zuiderpark kan de ideale start zijn. Neutraal terrein, goede faciliteiten, centraal gelegen.
Aantrekken sponsoren, media aandacht, steun gemeente, aantrekken talent uit de regio bieden meer mogelijkheden. Iedereen moet zijn trots en clubbelang opzij zetten. Er moet iets gebeuren.”
LOEK VAN BERGEN EN HENEGOUWEN (AANVOERDER HELLAS)
,,Ik zie een samengaan op dit moment niet zitten. Op korte termijn heeft het zeker voordelen, maar een fusieclub blijft net zo gevoelig voor veranderingen als de huidige verenigingen. Denk aan vertrekkende spelers, sponsoren die wegvallen en groeiende concurrentie in de buurt. Vaak wordt er gesproken over grotere mogelijkheden die je hebt als fusieclub, maar dat is in werkelijkheid niet zo. Het is maar de vraag of de sponsoren met clubliefde zo’n samenwerkingsverband ook willen steunen. Ze hebben daar geen binding mee. En je moet ook niet afhankelijk willen zijn van een gemeente die je financieel steunt. Dat is allemaal veel te kwetsbaar. Ik zie het verdwijnen van de traditionele clubs niet als de oplossing. Je moet als club je identiteit bewaren en op die manier aantrekkelijk worden voor spelers van buitenaf.”
AD SPORT/PETER LOTMAN