DILEMMA VOOR HANDBALCLUBS: ÉÉN TOPTEAM OF KRACHTEN BUNDELEN
Den Haag – De handbalcompetitie in de eredivisie bij de mannen wordt dit seizoen gedomineerd door de derby’s. Na de reguliere competitie treffen de teams van Quintus, Hercules en Hellas elkaar opnieuw in de degradatiepoule. De fans lijken er geen genoeg van te krijgen, getuige de volle tribunes. Toch is er ook een stroming die één topteam wil dat voor de prijzen kan meedoen.
Het is een merkwaardig fenomeen. Wanneer de drie clubs uit deze regio de strijd met elkaar aangaan, wrijft de penningmeester zich in de handen. De kassa rinkelt of de broedertwist wordt uitgevochten in Kwintsheul, in Boswijk of aan de Laan van Poot. Het zal de handballiefhebbers een zorg zijn dat hun idolen niet strijden om de grote prijzen, maar moeten knokken tegen degradatie. De hallen zitten steeds vol.
Toch is er ook een stroming die zich sterk wil maken voor één topteam in deze handbalregio. Conform het voorbeeld van Limburg Lions, dat de talentrijke spelers van Sittardia, V&L en BFC destijds bij elkaar bracht. Met succes, want dit seizoen won de Limburgse succesploeg al de Beneleague en is nog in de race voor de landstitel en de nationale beker.
De voorstanders in Den Haag en Westland dromen van een dergelijk scenario met deelname aan de Beneleague. De tegenstanders koesteren de regionale derby’s met veel publiek.
Neso Saponjic, trainer/coach van Hellas, is afkomstig uit voormalig Joegoslavië, een top handballand. ,,Die derby’s zijn geweldig en moeten niet verdwijnen. Ook in mijn land heb je zo’n regio of stad waar het er vurig aan toe gaat. Maar te veel clubs in een regio is niet goed. Hier in Zuid-Holland hebben we er minimaal 25. Dat is te veel. Het eigen belang van een klein aantal mensen binnen de club gaat vaak boven het belang van de sporter, de opleiding en de kwaliteit. Ik stimuleer de samenwerking en uitwisseling. Dat brengt het handbal in de regio op een hoger niveau. Ik ben een handbaldier en heb geen voorkeur voor clubs, al werk ik vijf jaar met plezier bij Hellas. We hebben veel goede handballers en trainers. Die potentie moeten we bundelen.”
Bart de Koning, trainer van WHC dat op de drempel van de eredivisie staat, over de voor- en nadelen: ,,In de breedte van de top is er te veel in deze regio. Er loopt genoeg talent rond. Ook zijn er voldoende faciliteiten om de lat hoog te leggen. In andere streken van het land hoor je vaak, dat ze zitten te wachten op een nieuw topteam uit deze belangrijke handbalregio. Terecht, want we hebben een rijke historie aan successen. Hoezeer het handbal leeft, blijkt wel uit de grote drukte bij de derby’s. Ik denk niet dat je dat hoeft kwijt te raken als je één topteam formeert. Sterker nog, de mensen in deze regio houden van goed handbal en als het ergens om gaat, komen ze toch wel kijken.”
,,Maar de kracht van het clubgevoel is niet te onderschatten. Een topteam staat er niet een, twee, drie. Dat was ook in Limburg een lang en moeizaam proces. Ik denk dat de weg van de geleidelijkheid het beste is. Als alle clubs in Westland en Den Haag de noodzaak inzien tophandbal te spelen, is er een kans. Het moet ontstaan uit de jeugd en de handbalschool. Dan moet je denken aan een traject van tien jaar.”
STRIJD TEGEN DEGRADATIE
Ook zaterdag staat er weer een derby op de rol. In sporthal Boswijk gaan om 20.00 uur de mannenteams van Hercules en Quintus de strijd met elkaar aan. Bij een gelijkspel speelt Hercules ook volgend seizoen in de eredivisie; Quintus is al veilig en knokt voor het prestige. De burenruzie staat onder leiding van het internationale topkoppel Peter Bol en Ed van Eck.
Stand (met nog drie duels):
Lions 16
Swift 16
Quintus 15
Hercules 9
Hellas 4
Aristos 3
De laatste degradeert rechtstreeks; de voorlaatste speelt p/d-wedstrijden tegen de algeheel periodekampioen van de eerste divisie.
AD/HAAGSCHE COURANT/PETER LOTMAN