Den Haag – Erik van der Wel, de trainer/coach van de handbalsters van Hellas, is dit seizoen een geplaagd man. Zijn ploeg wordt achtervolgd door blessures van bepalende speelsters. Het gemis van die basiskrachten vormde gisteravond in het inhaalduel met Westfriesland/SEW echter geen beletsel om een fraaie 33-21 zege te boeken.
De gelouterde Haagse oefenmeester weet als geen ander, dat klagen over de speelsters die niet beschikbaar zijn een zinloze zaak is. Dat doet hij dan ook niet en evenmin wil hij die blessureperikelen gebruiken als excuses. ,,Het is nu eenmaal een feit,”zei hij realistisch na afloop. ,,We moeten het doen met de speelsters die wel beschikbaar zijn. En die hebben geweldig hun best gedaan. Zij moesten nu wat extra’s brengen.”
Vooral de begin dit seizoen van Nieuwegein overgekomen Celine Michielsen werd in vorige wedstrijden gemist bij Hellas. Tegen SEW, dat kanshebber is voor de strijd om de landstitel, bleek de thuisclub zich over die tegenslag te hebben heen gezet.
Tegen de opponenten uit de onderste helft van de eredivisie houdt Hellas zich op basis van ervaring en technisch surplus wekelijks eenvoudig staande. Tegen de topvier leek dat een bijna onmogelijke opgave. En toch leverden de vrouwen van Van der Wel na de 19-9 ruststand een formidabele prestatie door de Noord-Hollandse ploeg zo overtuigend te kloppen. ,,Ik ben ontzettend trots op die meiden. Deze overwinning geeft veel vertrouwen voor de komende wedstrijden.”
De beide keepsters Evelien Grob en Sanne Leenders blonken uit. Lisanne van Vliet (8), Ana Pavkovic (7) en Angelique van Duijvenbode (6) waren sterk op schot.
De vrouwen van Quintus moesten voor hun inhaalwedstrijd naar Dalfsen en waren daar kansloos tegen de regerend landskampioen. Met 34-26 kwam de Westlandse ploeg van coach Curescu er niet aan te pas.
AD HAAGSCHE COURANT/Peter Lotman