Amsterdam – De handbalsters van Hellas hadden de hoop dat tegenstander VOC nog onvoldoende hersteld zou zijn van de zware bekerwedstrijd doordeweeks tegen Quintus. Die illusie werd de Haagse ploeg echter snel ontnomen. VOC, dat nog aanspraak kan maken op een plaats in de finale om de landstitel, was voldoende scherp om Hellas met 34-28 te kloppen.
,,Toch lagen er meer mogelijkheden, dan de uitslag doet vermoeden”, vond trainer/coach Erik van der Wel. ,,Maar wij hebben niet goed gespeeld. Aanvallend ging er te veel mis. Niet met overtuiging afgerond en veel balverlies. En verdedigend stonden ze vooral in de tweede helft te vaak te slapen. Het werd VOC te makkelijk gemaakt.”
Van der Wel moest als ervaren coach constateren dat het heel moeilijk is een ploeg te motiveren die niet meer om de prijzen speelt. ,,Je merkt dat de scherpte ontbreekt. Dat beetje extra dat nodig is om van een topploeg te winnen, is er niet meer. De speelsters willen wel, maar het heilige vuur ontbreekt”, vond Van der Wel.
Bij de rust bood de 17-14 voorsprong voor de Amsterdamse thuisclub nog wel perspectief voor Hellas. Maar door doelpunten van de snelle Michelle Goos uit de tegenaanval en door de gevaarlijke acties van Rachel de Haze kwam VOC toch makkelijk op een ruimere voorsprong. Hellas miste in de rechterhoek Lisette Moelker. Van der Wel: ,,Maar Marlen Arroyo heeft het voor haar doen goed gedaan op die positie. Ook Denise Maquelin heeft aan de cirkel en in de verdediging een ruime voldoende gehaald. Iedereen heeft hard gewerkt, maar het zat er gewoon niet in,” aldus Van der Wel.
Voor Hellas schoten raak: Kirsten van Vliet (7/4), Lisanne van Vliet (6), Marlen Arroyo (4), Shantella Smid (3), Denise Maquelin (2), Melisa Osmanagic (2), Talisa Groen, Jolanda Boks, Marisha van der Geest en Angelique van Duijvenbode.
AD HAAGSCHE COURANT/Peter Lotman